Rob van den Brink werkt op het Zuider Gymnasium als docent techniek
Hoe ben je in het onderwijs terechtgekomen?
Ik werkte in het bedrijfsleven toen iemand aan me vroeg of het niet iets voor me was om in het onderwijs te gaan werken met kinderen. Eerst leek me dat niks, maar toen er in 2008 een vacature voor conciërge was bij Calvijn, heb ik toch gesolliciteerd en werd ik aangenomen.
Hoe zag je loopbaan eruit voordat je in het onderwijs ging werken?
Op de middelbare school heb ik een praktische opleiding gedaan en daarna kon ik gelijk aan de slag bij de bloedbank. Vervolgens heb ik gedurende de jaren wel acht verschillende banen gehad, bv. bij een transportfirma en bij een groot internationaal bedrijf.
Welke keuzes hebben geleid tot waar je nu bent?
Op school ben ik binnengekomen als conciërge, maar kreeg ik eigenlijk al heel snel de mogelijkheid om me verder te ontwikkelen. Zo kwam ik bij het vak techniek terecht als onderwijsassistent en daar heb ik toen mijn papieren voor gehaald. Daarna kreeg ik de kans om docent te worden en ook daarvoor ben ik een studie gaan doen. Die keuzes maken dat ik nu als bevoegd docent voor de klas sta.

Wat was een belangrijk keerpunt in je carrière?
De overstap van het bedrijfsleven naar het onderwijs was het eerste grote keerpunt. Na vele jaren op school was het tweede keerpunt dat ik het besluit nam om de lerarenopleiding techniek te gaan doen, dat was een grote stap waar ik veel tijd en energie in heb gestoken.
Wat zie je als je grootste talent(en)?
Mijn sterke punten zijn dat ik goed overzicht kan houden op alles wat in de lessen gebeurt en dingen goed kan organiseren. Daarnaast merk ik dat de leerlingen me echt vertrouwen, ze kunnen altijd bij mij terecht. Ook kan ik goed netwerken en daar heb ik veel aan voor mezelf, maar ook voor mijn leerlingen.
Heb je een voorbeeld van een moment waarop je talent echt het verschil maakte?
Voor mezelf maakte mijn talent echt een verschil toen ik de overstap maakte van klassenassistent naar docent. Ik merkte dat mijn overzicht en organisatievermogen daarbij echt hielpen. Voor de leerlingen is mijn netwerk vaak heel handig. Als ze bijvoorbeeld voor een opdracht iemand uit het bedrijfsleven nodig hebben, ken ik altijd wel iemand die ze kan helpen.

Wat drijft je elke dag om dit werk te doen?
De kans om leerlingen een mooie toekomst te geven, maar vooral ook hun enthousiasme. Onlangs heb ik kort even ergens anders gewerkt, maar dat beviel toch niet goed. Toen heb ik gevraagd of ik weer mocht terugkomen op het Zuider Gymnasium en dat kon gelukkig. Heel veel leerlingen hadden al laten merken dat ze het jammer vonden dat ik wegging en die waren dus ook echt blij toen ik weer terugkwam. Dat soort reacties, daar doe je het voor.
Wat zou je willen meegeven aan nieuwe collega's in het onderwijs?
Goed lesgeven begint met oprechte interesse in je leerlingen. Dat vind ik heel belangrijk. En ook: durf nieuwsgierig te zijn en blijf zelf leren, dan blijf je ook voor de leerlingen enthousiast. Zorg voor veiligheid en structuur en zie elke les als een kans om leerlingen te laten ontdekken wat ze kunnen.
Hoe zie je jezelf en het onderwijs over vijf à tien jaar?
Over tien jaar ben ik zelf met pensioen, maar vanwege het huidige lerarentekort gun ik het onderwijs toch dat er meer mensen op school willen werken om de leerlingen een mooie toekomst te geven. Ik hoop dat dat gebeurt en dat ouders en de buitenwereld daardoor nog meer respect krijgen voor docenten. Speciaal voor het Zuider Gymnasium hoop ik dat de school over tien jaar nog steeds zo mooi is als nu.