CVO innoveert door krachten te bundelen en te benutten
Vorig jaar publiceerden we ons Koersplan 2024-2028. De uitdaging is nu om de beloften en ambities daarin te vertalen naar de dagelijkse schoolpraktijk. Dat proces willen we vanuit CVO faciliteren. Zodat niet alleen alle CVO-scholen vooruitgang kunnen boeken, maar we ook als vereniging extra toegevoegde waarde kunnen bieden aan onze medewerkers en ons onderwijs
CVO bestaat uit zeven scholengroepen en omvat in totaal 37 scholen. ‘Ons werk vindt voor 95 procent plaats op die scholen. Daar wordt onderwijs gegeven en onderwijs gemaakt. Daar dragen we onze ambities uit en maken we onze beloften aan leerlingen en ouders, aan de omgeving en ook aan onze medewerkers waar.’ Aan het woord is Martijn Nolen, directeur Bestuur & Beleid bij CVO. ‘Op die scholen staat het leren voorop. Bij schoolleiders, docenten en ondersteuners is de kennis en de kunde aanwezig om de vertaalslag te maken van ons Koersplan en de daarin genoemde programmalijnen naar de dagelijkse schoolpraktijk’, vervolgt hij. ‘We willen daarnaast ook zelf leren door onze eigen talenten en expertise aan te boren, verder te ontwikkelen en te benutten voor alle scholen en medewerkers. Zo geven we ruimte aan onze medewerkers om zichzelf en de school verder te brengen bij onderwijskundige en maatschappelijke vraagstukken die ons allemaal aangaan.
Krachten bundelen en benutten
Om deze beweging in gang te zetten, bouwt CVO aan een brede programma-organisatie met inhoudelijke projectgroepen, expertisegroepen en kenniswerkplaatsen, deels als onderdeel van de CVO Academie. Docenten en andere medewerkers pakken samen maatschappelijke en onderwijskundige vraagstukken op. Onno Arts (beleidsadviseur Portus scholengroep) is aangesteld als
programmamanager: ‘Dit is een cultuuromslag die vraagt om een andere manier van denken en werken. We zijn vaak geneigd
om primair vanuit het perspectief van leerling en school te denken. Nu vragen wij elkaar om óók het bredere maatschappelijke perspectief en het carrièreperspectief van medewerkers mee te nemen. We vragen directies om medewerkers die in zo’n netwerk willen participeren, ruimte te geven. Als school kun je misschien iets minder snel doorpakken op een thema. Daar staat tegenover dat je op een ander thema juist weer profiteert van de kennis en inzichten van het geheel en die benut.’ Martijn: ‘We zijn een grote vereniging. Dat biedt ons de kans maar verplicht ons ook om onze krachten te bundelen en waar mogelijk iets extra’s te bieden.’
Carrièreperspectief en vakmanschap
Structurele samenwerking aan de gezamenlijke ambities en uitdagingen binnen CVO is niet alleen efficiënt, maar vooral ook waardevol volgens Martijn: ‘Inbreng van eigen medewerkers zorgt voor betere oplossingen, meer eigenaarschap voor de uitdagingen die we ervaren én voor werkplezier.’ De CVO-brede aanpak moet dan ook bijdragen aan de ontwikkeling van vakmanschap en het carrièreperspectief van medewerkers. ‘Niet iedereen ambieert een leidinggevende rol, maar veel medewerkers willen zich wel inhoudelijk verdiepen of soms op een andere manier worden uitgedaagd’, aldus Martijn. ‘De scope van de eigen school kan dan soms net te klein zijn. Juist de omvang van de vereniging biedt extra mogelijkheden om medewerkers de ruimte te geven samen te leren en de diepte te zoeken in thema’s als levensecht leren, onderwijs op maat, diversiteit & inclusie, artificiële intelligentie, hoogbegaafdheid en duurzaamheid. Dat zijn zaken die op alle scholen spelen en waarbij we veel van elkaar kunnen leren en samen kunnen onderzoeken.’
Inhoudelijke netwerken
Medewerkers die met deze thema’s aan de slag willen, kunnen zich aanmelden en rekenen op ondersteuning vanuit CVO, al dan niet binnen de CVO Academie. Daarbij zijn er drie mogelijkheden (zie kader). Ten eerste kun je kiezen voor een projectgroep die zich richt op een concreet onderwerp binnen een van de strategische thema’s. Een tweede optie is deelname aan een expertisegroep waarbij je met collega’s aan de slag gaat met het delen van kennis en het ontwikkelen van beleid. De derde optie is om binnen een kenniswerkplaats een dag per week onder academische begeleiding onderzoek te doen en te bedenken hoe je onderzoeksresultaten kunt verbinden met de dagelijkse onderwijspraktijk. Martijn: ‘We merken nu al heel veel enthousiasme bij medewerkers. Veel collega’s vinden het leuk om inhoudelijk met collega’s van andere scholen aan de slag te gaan.’ Onno: ‘CVO organiseert hiervoor tijd en begeleiding. Zo willen we het voor iedereen aantrekkelijk maken om zich over schoolgrenzen heen in te zetten voor ontwikkeling en vernieuwing. Of je nou onderwijsassistent bent, roostermaker of eerstegraads docent, voor elke medewerker geldt: wil je jezelf ontwikkelen en met anderen leren? Meld je aan en doe mee!’
Betekenisvol onderwijs
De komende maanden worden de projectgroepen, expertisegroepen en kenniswerkplaatsen samengesteld. Vanaf volgend schooljaar gaan deze inhoudelijke netwerken concreet aan de slag met de verschillende thema’s ‘Onze ambitie is helder,’ besluit Martijn. ‘We willen een lerende organisatie zijn, waar ruimte is voor dialoog, experiment en co-creatie. Waar we niet alleen snelle oplossingen bedenken voor dagelijkse problemen maar ook de tijd organiseren om ons gezamenlijk te buigen over de ”trage” uitdagingen en vragen. De uitdagingen die duurzame oplossingen vergen. Alleen zo blijven we eigentijds onderwijs bieden dat betekenisvol is en kunnen we onze medewerkers carrièreperspectief bieden.’