Hoe zorgen we voor 'evidence informed' onderwijs?
In maart 2025 landt bij alle collega’s van CVO de nieuwe brochure van de CVO Academie in de bus. In deze brochure kan je alles lezen over het professionaliseringsaanbod van de CVO Academie in het komende schooljaar. Ook bestaat vanaf het komend schooljaar de mogelijkheid voor medewerkers om te participeren in zogeheten kenniswerkplaatsen en expertisegroepen.
In deze kringen ontmoet je collega’s van andere scholen, kan je samen onderzoek doen of ga je aan de slag met gezamenlijk ervaren praktijkproblemen. We bouwen zo verder aan professionalisering, innovatie en onderzoek binnen CVO. We doen dat omdat we merken dat heel veel collega’s zelf innovatief aan de slag zijn met complexe vraagstukken, met vernieuwing van hun eigen onderwijs en zich verder willen ontwikkelen. Dat doen al onze collega’s omdat ze gewoon hun vak leuk vinden, omdat ze als professional goed onderwijs willen geven en onze leerlingen goed willen begeleiden. Of anders gezegd, omdat ze vakmensen zijn.
De buitenwereld en de overheid ziet en erkent die intrinsieke motivatie niet altijd. Het voornemen van het huidige kabinet om als overheid met gerichte bekostiging meer te kunnen sturen op onderwijsprocessen binnen teams en scholen is daarvan een voorbeeld. De ontwikkeling waarbij de overheid verplicht om te verantwoorden dat ons onderwijs evidence informed is daarvan een ander voorbeeld. De overheid verlangt blijkens diverse subsidieregelingen en het in ontwikkeling zijnde wetsvoorstel evidence informed onderwijs dat op scholen altijd sprake is van evidence informed interventies: wetenschappelijk bewezen aanpakken of werkwijze die bijdragen aan onderwijsverbetering, waarbij zowel kennis uit onderzoek als praktijkkennis wordt toegepast.
Evidence informed onderwijs begint immers niet met een verplichting van bovenaf, maar met onze eigen intrinsieke motivatie om als vakmensen werkzaam te zijn in het onderwijs.
Het verlangen of de oproep tot meer evidence informed onderwijs oogt sympathiek. Tegelijkertijd moeten we ons beseffen dat meer data en informatie ook tot meer informatie-onzekerheid en soms zelfs wantrouwen leidt. Want wat is de waarheid? Kennis is altijd tijdelijk van aard en ook altijd situationeel. De ene school is de andere niet net zoals klas 1Va anders is dan klas 4Hb en een les na gym anders is dan een les om half negen ‘s-ochtends. Het is aan de docent, de onderwijsassistent of de conciërge om met behulp van eigen gereedschapskist in te spelen op die verschillen. Een belangrijk aandachtspunt in de omgang met evidence is dan ook dat het professioneel vakmanschap van het beroep van leraar, school maatschappelijk werker of conciërge voorop moet staan. Niet elke evidence is aantoonbaar met als risico dat juist vakmanschap zonder aantoonbare evidence wordt betwist. Naar het evidence informed werken van een TOA wordt geen onderzoek gedaan en toch weten we met elkaar of iemand een goede TOA is of niet. Laten we daarom met elkaar de komende jaren verder bouwen aan de erkenning, waardering en ontwikkeling van onze praktijkervaring en praktijkkennis als onderwijsprofessionals. Evidence informed onderwijs begint immers niet met een verplichting van bovenaf, maar met onze eigen intrinsieke motivatie om als vakmensen werkzaam te zijn in het onderwijs.
Heb je vragen of wil je meedenken? Neem contact op met Martijn Nolen m.nolen@cvo.nl.